Voorbereiding in Nederland
Maar laten we bij het begin beginnen; dat was namelijk in Nederland. In juli had ik mijn baan als gymdocent opgezegd en daarna vertrok ik naar de Balkan om daar vier weken te gidsen. Vervolgens reisde ik door naar Chamonix, waar ik even ging klimmen, en daarna naar de Dolomieten voor mijn eerste huttentocht als gids. Nog op de planning stond een avontuur naar Marokko, waar ik een tocht ging begeleiden en de hoogste berg van Noord-Afrika, de Toubkal, zou beklimmen (klik hier voor die reis).
Tegelijkertijd was ik ook druk bezig met de voorbereidingen voor mijn reis naar Nepal. Ik begon een lijst te maken van alles wat ik nodig had—en dat bleek behoorlijk veel te zijn! Bovendien was het ook best prijzig, en ik had niet veel geld te besteden. Dus ging ik op marktplaats op zoek naar allerlei spullen, van hooggebergteschoenen van een superstoere dame wiens expeditie door COVID niet doorging tot een goede tas. Mijn doel was om alles zo goedkoop mogelijk te bemachtigen, zonder in te boeten op kwaliteit, zodat ik zoveel mogelijk geld overhield voor mijn Nepal-reis.
In Nederland had ik me ook goed verdiept in de effecten van hoogte op mijn lichaam. Ik ging langs de huisarts voor medicatie tegen hoogteziekte (diamox) en vroeg meteen of ik ook wat algemene antibiotica mee mocht nemen, voor het geval dat in Nepal nodig zou zijn. Dit was iets wat ik had geleerd tijdens mijn Wilderness First Aid-cursus van 360 Explore: zorg altijd voor basismedicatie en bij voorkeur ook antibiotica.
Ik denk dat ik mijn trainingsschema wel meer dan duizend keer heb aangepast. De laatste versie, die ik nu nog terug kan vinden, vind je hier in dit blog. Dit was mijn basis voor het reizen, want ik wilde graag alleen lopen. Ik had wel veel ervaring met huttentochten, had een alpinismecursus gevolgd, en was een ervaren reiziger. De blauwe balkjes zijn mijn rustdagen, en ik heb overal de hoogte bijgezet. De vuistregel is namelijk om boven de 2500 meter niet meer dan 300 meter per dag hoger te slapen om hoogteziekte te voorkomen.
Eenmaal aangekomen in Nepal
Eenmaal aangekomen in Nepal, landde ik in Kathmandu! Daar werd ik opgehaald door Dhurba, een Nepalese man met een eigen reisbureau, aangeraden door Tom. Je weet wel, die Tom die de wereld rondloopt! Hij had ook een hostel waar ik de eerste paar dagen verbleef. In Nepal wilde ik nog een donsjas kopen, omdat die daar veel goedkoper zijn dan in Nederland (en ja, natuurlijk ook nep, maar beter iets dan niets).
In de eerste dagen ontdekte ik een beetje Thamel, de toeristenwijk van Kathmandu, en ontmoette ik Jeppe. Jeppe komt uit Denemarken en wilde dezelfde trekking maken, op hetzelfde moment. Dat leek me wel handig, want zo had ik in ieder geval iemand om samen over de hoge passen te gaan. Wel zo veilig! Ons plan was dat hij naar Lukla zou vliegen. Dat wilde ik echter niet, want ik wilde graag vanuit Salleri starten. Op die manier hoefde ik geen vliegtuig te nemen en kon ik een deel van de Everest-regio zien dat niet veel mensen ontdekken, omdat 99% van de toeristen het vliegtuig naar Lukla neemt.
Zo gezegd, zo gedaan! Via Dhurba had ik een jeep geregeld die me midden in de nacht kwam ophalen. In die jeep zaten allemaal Nepalese mensen, inclusief een Nepalese gids van ongeveer 30 jaar. Al snel kwamen we met elkaar aan de praat, en bij de eerste stop had hij geregeld dat ik naast hem kon zitten. Wel zo gezellig! Hij was zichtbaar onder de indruk dat ik de route via Salleri nam, want dat doen toeristen bijna nooit.
Acht hobbelige uren later kwamen we aan bij het startpunt. Het was ondertussen al avond, dus ik liep een lodge binnen om te gaan slapen. De volgende dag zou het avontuur dan echt beginnen!
Everest Three Passes trekking vanaf Salleri
Salleri - Lukla
In een aantal dagen liep ik van Salleri naar Lukla. Hier zie je echt het lokale leven; het is niet zo extreem ingericht op toeristen. Van mensen die in de velden aan het werk zijn tot ezels die overal dingen vervoeren. Vroeger was dit de route naar Everest Base Camp, dus er liggen voldoende lodges onderweg. Maar sinds de vliegverbinding is er maar weinig toeristenverkeer meer.
Het gebeurde dan ook vaak dat mensen me aanspraken en een stukje met me meeliepen. In het begin vond ik dit een beetje eng—“Wat willen deze mensen van me?” dacht ik. Maar toen de eerste persoon die met me meeliep na vijf minuten zei: “Thank you for practicing English with you, SIR!” wist ik genoeg. Het was al zo lang geleden dat er toeristen waren geweest, dat ze heel graag even hun Engels wilden oefenen. En het verschil tussen ‘Sir’ en ‘Madam’ weten ze hier niet, heerlijk toch?
Met name op het stuk naar Lukla heb ik ook een aantal mensen blij gemaakt met een portret. Ik neem namelijk altijd mijn fotoprinter mee als ik ga reizen, en de portretten die je hieronder ziet, heb ik gemaakt van de mensen. Bijzonder, hè?